
Een reëel perspectief op de Wtp
door Jolien van den Ende, Teun Loermans, Sven Herrewijn en Reinout van Tuyll
INLEIDING
Het uitblijven van indexatie in de afgelopen jaren is een belangrijke katalysator geweest in de totstandkoming van de Wtp. Met de overgang naar het Wtp wordt dit probleem opgelost, is de gedachte. Pensioenen worden onder het Wtp minder zeker, maar in ruil hiervoor krijgen deelnemers perspectief op een hoger pensioen dat ook beter meebeweegt met de inflatie. Het teleurstellende resultaat van het FTK in het verzorgen van koopkrachtige pensioenen zou hiermee verleden tijd zijn. Om vertrouwen te scheppen in de nieuwe pensioencontracten onder de Wtp is het dus van groot belang dat ook wordt geleverd op deze reële belofte. Essentiële vragen zijn dus: hoe zorgt een pensioenfonds voor een koopkrachtig pensioen onder de Wtp? En welke mogelijkheden heeft een pensioenfonds om reëel te sturen?
In dit artikel proberen we deze vragen te beantwoorden door eerst stil te staan bij het effect van inflatie op de koopkracht van pensioenen. Daarna beschrijven we de drie onder SPR of vier onder FPR belangrijkste beleidsopties om de koopkracht van pensioenen bij te sturen. Op basis van een eenvoudige ALM-analyse voor een gemiddeld pensioenfonds bekijken we vervolgens wat de relatieve effecten van deze opties zijn. Hiermee trachten we de effectiviteit van de verschillende beleidsopties nader te duiden.
KOOPKRACHTBESCHERMING WAS AFGELOPEN JAREN ONDER HET FTK TELEURSTELLEND
Onder het huidige FTK bouwen deelnemers nominale pensioenaanspraken op. Wanneer de dekkingsgraad hoog genoeg is kunnen pensioenfondsen indexatie toekennen om deze pensioenrechten mee te laten stijgen met de inflatie. In de afgelopen jaren is het pensioenfondsen in veel gevallen niet gelukt om de indexatieambitie (veelal gekoppeld aan de ontwikkeling van de door het CBS gepubliceerde Consumenten Prijs Index (CPI)) te realiseren. En ondanks de sterke stijging van de nominale dekkingsgraad in afgelopen jaren heeft begin 2025 slechts 22% van de pensioenfondsen die hierover heeft gepubliceerd in het afgelopen jaar de indexatieambitie gehaald. Als we kijken naar de cijfers sinds 2007 – het jaar van de invoering van het FTK – zien we dat de pensioenfondsen gemiddeld slechts 37% van de stijging van het prijspeil hebben kunnen compenseren via indexatie. Daarmee is 63% van de inflatie niet gecompenseerd. Hierdoor zijn nominale pensioenen in krap 20 jaar ruim 20% van hun koopkracht verloren, en werd mede daardoor de roep voor hervorming van het pensioenstelsel steeds sterker. Naast het verlies aan koopkracht waren onder andere de afschaffing van de doorsneesystematiek en de individualisering van pensioenvermogens belangrijke redenen om het pensioenstelsel te herzien.
[....]